Markiezaat

Markiezaat is een oud getijdengebied met slikken, schorren, getijdengeulen en kreken, en een klein gebiedje met jonge stuifduinen. Het gebied bestaat voor de helft uit open water, het Markiezaatsmeer, dat zwak brak is. Het was een deel van het zoutwatergetijdengebied van de Oosterschelde, dat na de aanleg van de Schelde-Rijnverbinding afgesloten werd van de getijdenwerking en verzoette. Het gebied ontstond door de voorloper van de huidige Oosterschelde. De oorspronkelijke noordelijke loop raakte in onbruik en werd opgevuld met klei en veen. Doordat de zeespiegel minder snel ging stijgen, vormde zich rond 3800 jaar geleden een ononderbroken strandwal, ongeveer bij de huidige kustlijn. Die strandwal beschermde het achterliggende gebied tegen verdere inbraken vanuit zee. Achter de kustbarrière lag een groot zoetwatermoeras waarin zich een dik pakket veen vormde. Vanaf enkele eeuwen voor onze tijdrekening nam de invloed van de zee weer toe. Rond 300 n.Chr. was het gebied van het Markiezaat weer veranderd in een slikken- en schorrenlandschap. 

 

51.452967136333, 4.289349118988

Markiezaatsmeer

Inpoldering en overstromingen

De bedijkingen langs de Schelde in het gebied van het Markiezaat startten al in de twaalfde eeuw. Door de drainage van de polders en de winning van veen en zout daalde het landoppervlak, waardoor het gebied erg kwetsbaar werd voor overstromingen. De stormvloeden van 1530 (Sint-Felixvloed) en 1532 hadden rampzalige gevolgen in de hele regio. Hoewel delen van het land tijdelijk herdijkt werden, gingen bij de vloeden in 1552 en 1570 veel polders definitief verloren. In het gebied van het Markiezaat lagen onder andere het oude dorp Ossendrecht, Hildernisse, Vijfhuizen en Roversberg en het klooster Emmaus, die samen met de polders verdronken. Een groot deel van het verdwenen land is nooit meer teruggewonnen. Het oude polderland werd doorsneden door geulen en kreken die er onder invloed van het getij zandige slikken en daarna kleiige schorren op afzetten. In het huidige Markiezaat is dat schorren- en krekenlandschap nog te zien. 

Boerderij Hildernisse gelegen in voormalig schorrengebied (gemaakt door Piet Bout)

Het Markiezaat en de afsluiting van de Oosterschelde

De Westerschelde won aan belang tegenover de Oosterschelde en werd vanaf de zestiende eeuw de hoofdverbinding van de Schelde met de zee. Daarna begon de verbindingsgeul tussen de Oosterschelde en de Westerschelde ten westen van de Brabantse Wal snel te verzanden. In 1867 werd die geul, het Kreekrak, afgesloten door een spoordam die de twee Scheldearmen van elkaar scheidde. Het Markiezaat bleef als dynamisch getijdengebied deel uitmaken van de Oosterschelde. Met de bouw van de Markiezaatskade en de Oesterdam is het slikken- en schorrengebied van het Verdronken Land van het Markiezaat van Bergen op Zoom afgesloten van de Oosterschelde en verdween de natuurlijke getijdenwerking uit het gebied. Daarna werd het gebied verder opgedeeld door de aanleg van de Bergse Plaat en de Binnenschelde. Het overgebleven Markiezaatsmeer verzoette in enkele jaren.

Geological map

De Duintjes

De Duintjes liggen aan de voet van de Brabantse Wal, tussen het oude slikken- en schorrengebied van het Markiezaat en de Brabantse Wal. De Duintjes ontstonden waarschijnlijk als kustduinen aan de oever van de Oosterschelde, na het verlies van het polderland door de stormvloeden van de zestiende eeuw. De overwegend zuidwestelijke tot westelijke wind waaide zand op van de bij laagwater droogvallende platen en slikken en blies het aan de voet van de Wal bijeen in een klein duinmassief. Dat proces stopte door het afsluiten van het Markiezaat. 

Bezoek via: Spoorbaan 4631, Hoogerheide, Nederland