Braakmanregio

De Braakman is een heel groot voormalig getijdensysteem dat ten westen van Terneuzen uitmondde in de Westerschelde en Zeeuws-Vlaanderen opsplitste in een westelijk en een oostelijk deel. Het watervoerende deel dat daarvan overbleef, is de Braakmankreek. Het volledige systeem strekte zich verder uit naar het zuiden en het oosten en stond via Philippine en Sluiskil in verbinding met het Hellegat, dat van Terneuzen uitmondde in de Westerschelde. Daartussen was de kleinere Otheense Kreek. In het westen was de Braakman via de Passageule ooit verbonden met de zeearm het Zwin. De meest zuidelijke van die deelgebieden liggen ten zuiden van de landsgrens in België.  

51.322778019838, 3.737778

Braakman and the Passageule

Ontstaan van het landschap

Toen in de loop van het holoceen de zeespiegel minder snel steeg, vormde zich langs de kust een aaneengesloten beschermende barrière van strandwallen, die vanaf ongeveer 3800 jaar geleden het achterland afschermde van de invloed van de zee. Het veengebied groeide verder uit. De beschermende kustbarrière werd vanaf ongeveer 2600 jaar geleden weer geleidelijk afgebroken. In de volgende eeuwen drong het getij verder landinwaarts door. Eerst was er, wellicht bij de monding van de huidige Westerschelde, het veenriviertje de Honte. Dat groeide door zee-inbraken verder naar het oosten uit tot een zeearm. De Honte kreeg ook verbinding met de Schelde, die toen nog via de Oosterschelde naar zee stroomde. Een groot deel van Zeeuws-Vlaanderen veranderde zo in een getijdengebied.

Braakmanregio Posthoorn - kolkgat van dijkdoorbraak wiel of weel (gemaakt door Walter Jonkers)

Vorming van de Braakman

Bij de stormvloed in de winter van 1375-1376 zou een enorme bres geslagen zijn in de laaggelegen, natte streek ten oosten van Biervliet. Door de rampzalige eerste Sint-Elisabethsvloed in 1404 vergrootte de getijdenarm zijn bereik. Door een stormvloed in 1477 breidde hij nog verder uit. In de loop van de tijd werden tot ver in het achterland geulen uitgesleten. De Braakman bereikte wellicht zijn maximale invloedsfeer in 1570, toen bij een stormvloed de verbinding met het Zwin ontstond. Kaarten duiden erop dat er rond 1650 ook een verbinding kwam met het oostelijker kleinere getijdensysteem van het Hellegat.  

Voormalige getijdegeul die Zeeuws-Vlaanderen deelde (gemaakt door Marcelle Davidse)

Verdronken dorpen

In de directe omgeving van de Braakman verdwenen bij de stormvloed van 1375-1376 de kerkdorpen Coudekerke, Wevelswaele, de Piet en Boterzande in zee. Ook door de eerste Sint-Elisabethsvloed in 1404 verdwenen er dorpen in de directe en wijdere omgeving. Van veel van die dorpen kennen we de exacte ligging niet meer. Daar waar archeologische resten wel gevonden zijn, gaat het vooral om overblijfselen van kerken en kerkhoven. Door de verbinding met het Zwin, de grote zeearm aan de Vlaamse kust, kwam er via de Braakman en de Passageule een nieuwe vaarweg tussen de Westerschelde en Gent, met een natuurlijke haven aan de Schelde. In de achttiende en negentiende eeuw werd de Braakman verder ingepolderd. Het water ging er minder snel stromen en het getijdensysteem verzandde. Voor de scheepvaart werd daarom een nieuw kanaal aangelegd van Terneuzen naar Sas. De brede Braakmankreek is het laatste overblijfsel van de grote getijdengeul.

Winterse beelden uit de Braakmanregio (gemaakt door Marcelle Davidse)

Mosselcultuur

Philippine staat bekend om zijn mosselcultuur. Toen de Braakman nog verder landinwaarts actief was, lag de vissersplaats in open verbinding met de Westerschelde en de zee. Door inpoldering en verzanding van de Braakman verslechterde die verbinding. Daarom is het Philippinekanaal gegraven. Sinds de afsluiting van de Braakman in 1952 is de verbinding met open water definitief verbroken en kwam er een einde aan de mosselcultuur. Philippine is nog altijd befaamd om zijn mosselen en zijn vele mosselrestaurants. 

Bezoek via: Hoek, Nederland