Brakwaterschorren Zeeschelde

Onder deze geosite valt de Schelde, inclusief buitendijkse schorren, van Burcht tot de Belgisch-Nederlandse grens. De schorren beslaan er maar een heel beperkte oppervlakte: een smalle strook (100 tot 350 meter breed) in de binnenbochten van de Schelde. De buitendijkse schorren liggen 5 tot 6 meter boven de zeespiegel. Dat is hoger dan de binnendijkse gebieden van de Wase Polders (1,5 tot 4 meter) en lager dan de opgehoogde industriële en stedelijke zones (6,5 tot 8,5 meter).  

 
De Schelde is hier 350 meter tot ruim 1 km breed en staat onder invloed van het getij. In dit deel van het estuarium is er een groot verschil in zoutgehalte op korte afstand en er zijn sterke schommelingen in zoutgehalte in de loop van het jaar. Er zijn getijdenvegetaties met riet en wilg naast zoutminnende plantensoorten. Daarvan zijn er meer naarmate je meer stroomafwaarts gaat. 
  

51.364236269867, 4.24824455

2  Elevation map of the brackish tidal marshes along the Zeeschelde

Ontstaan van het landschap

In een deel van het pleistoceen was er nog geen Schelde in dit gebied: afwatering gebeurde via de Vlaamse Vallei. Op het einde van de laatste ijstijd werd die vallei afgedamd door de dekzandrug Maldegem-Stekene en kreeg de Schelde zijn huidige loop. Het is dus pas sinds het begin van het laatglaciaal dat de Schelde passeert in Antwerpen. Een allerlaatste koude fase zorgde voor een kaal landschap en voor dekzandruggen. Vanaf het vroegholoceen ontwikkelden zich opnieuw bossen. Die hielden de neerslag beter vast en verhinderden erosie. Daardoor veranderde de Schelde in een kleine stroom in een moerasbos. Ongeveer 6500 jaar geleden bereikte het getij de regio voor het eerst sinds de laatste ijstijd. In die fase werd de veenontwikkeling onderbroken door slikken en schorren. Ongeveer 500 jaar later verdween de getijdenwerking opnieuw en hernam de vorming van veenmoeras dat tegen 5000 jaar geleden al de hele vallei bedekte. 

Slikken en schorren

Ongeveer 2500 jaar geleden brak de barrière van kustduinen in Zeeland door. Daardoor kon het getij gemakkelijker het land binnendringen. Opnieuw maakten veengebieden plaats voor slikken en schorren. Vanaf de dertiende eeuw n.Chr. werden de gebieden langs de Schelde ingepolderd en werd het slikken- en schorrenlandschap beperkt tot een smalle zone langs de Schelde, zoals het dat vandaag nog altijd is. 

Bezoek via: Groot Buitenschoor, 2040 Antwerpen