Wat nu een stille kreek is tussen Sluis en Knokke-Heist, was ooit een dynamische zeearm: het Lapscheurse Gat, een zijtak van het machtige Zwin. Deze waterweg ontstond door inundatie, het doelbewust onder water zetten van land om de vijand tegen te houden. Het Gat markeerde eeuwenlang niet alleen de loop van het water, maar ook van de macht – als grens tussen de Staatse en Spaanse Nederlanden.
Vernoemd naar het Vlaamse plaatsje Lapscheure, werd deze zoute waterarm uiteindelijk ingepolderd en losgekoppeld van de zee. Wat overbleef is een langgerekte kreek, als stille herinnering aan een tijd waarin land en water wapens waren én grenzen bepaalden.