Dit gebied was tussen 1962 en 2004 een zandgroeve. Dit relict van een Brabantse Wal afgraving en zijn steile wanden is nog duidelijk zichtbaar. Schoon grondwater sijpelt uit de steilrand en vormt stroomgeulen naar natte plekken. Ongewone planten zoals de Gewone Dophei en de Trekrus ontkiemen op deze natte plaatsen. Veenmossen geven de eerste aanzet tot het herstel van het verdwenen veen landschap.