Aan de voet van de Brabantse Wal, tussen het hoger gelegen zand en de laaggelegen polders, ligt een landschap dat je verrast door zijn eenvoud én diepte: de Noordpolder van Ossendrecht. In 1685 werd deze polder drooggelegd, maar het oorspronkelijke slotenpatroon is nog altijd zichtbaar als een herinnering aan het samenspel van mens en water.
Wat je niet ziet, maar wel voelt: de kwel. Grondwater dat van de hoger gelegen wal naar de lager gelegen polder stroomt, maakt dit een permanent vochtig gebied. Een eldorado voor planten als Holpijp, Grote ratelaar en Pinksterbloem, maar ook een rustplaats voor kolganzen en grauwe ganzen. En als je goed luistert, hoor je het gekrijs van uilen in de knotwilgen.