In het noordelijkste puntje van Oost-Vlaanderen vind je een landschap dat is gevormd door eeuwenlange strijd en samenspel met de zee. Het Oost-Vlaamse Krekengebied bestaat uit zandige ruggen, diepe kreken, zilte graslanden en bloemrijke dijken. Dit resulteert in overstromingen, inpolderingen én natuurlijke dynamiek.
De kreken zijn restanten van oude getijdegeulen, uitgesleten door stormvloeden en later ingesloten door dijken. In de luwte van de rietvelden zingen rietzangers en blauwborsten, en zweeft de bruine kiekendief laag over het riet op zoek naar prooi. De zilte graslanden herbergen zoutminnende planten als zeekraal en zeeaster, terwijl de dijken zelf een waar paradijs zijn voor flora: wilde marjolein, donderkruid, fijne ooievaarsbek, agrimonie, kattendoorn en meer.