Dekzandlandschap
De lage ligging van de Wase Scheldepolders ontstond in het pleistoceen, toen een oostelijke zijtak van de Vlaamse Vallei zich uitsneed in de neogeense sedimenten. Die vallei raakte in de laatste ijstijd gevuld met zandafzettingen van een rivier. De wind waaide daar een nieuwe laag dekzand bovenop, en er ontstonden ook lage dekzandruggen en -duinen. Vandaag dagzomen die dekzandruggen nog in Kieldrecht en Verrebroek. Toen het warmer werd, ontdooide de permafrost in de zandbodem en ontstonden er kleine plassen in de laagtes, waardoor een toendra-achtig landschap groeide. De wind bedekte dat landschap later opnieuw met zand. De beperkte afzetting van sediment in het vroegholoceen stabiliseerde het landschap en vormde de bodem op de ruggen langs een traag stromende, verdwenen zijrivier van de meanderende Schelde.