Zwinpolders rond Damme

De polders rond Damme liggen op de rand van de oostelijke Belgische kustvlakte en grenzen in het zuiden aan zandig Vlaanderen. Damme, Oostkerke, Hoeke en Lapscheure zijn de belangrijkste bewoningskernen in het vlakke polderlandschap, doorsneden door het Leopoldkanaal en de Damse Vaart. Hoogteverschillen zijn er bijna niet en zijn vooral veroorzaakt door bewoningskernen, militaire aarden wallen, dijken, open of verzande kreken en getijdengeulen. 

51.358335031518, 3.3495063576721

The chronological overview map of the reclamation of the Zwin region

Zeespiegelstijging, wad- en veenmoeras

De stijgende zeespiegel kreeg pas 7000 tot 6000 jaar geleden invloed op deze geosite. De kustgordel schoof tot 5500 jaar geleden naar zee door de tragere stijging van de zeespiegel en de aanvoer van geërodeerd sediment. Langs hoger gelegen randen vormde zich een veenmoeras over het pleistoceense zandlandschap. Dat breidde zich verder uit over het dekzandgebied en over het opgeslibde schor. 

Bomen op dijk langs Damse Vaart (gemaakt door Misjel Decleer)

Open kustlandschap met geulen

Vanaf 2800 jaar geleden zorgden klimaatverandering en ontbossing van het binnenland voor meer afwatering in het veengebied. Daardoor begonnen geulen in te snijden en kwam er meer ruimte voor het getij achter de kustgordel. Die insnijding creëerde een open getijdengeulenlandschap met eilanden van oudere schor- en veengebieden. De duinengordel en dekzandruggen langs de randen van het gebied waren in de Romeinse tijd onderdeel van een kustverdedigingslinie. Vanuit de woonkernen werd het landschap ontwaterd voor kleinschalige landbouw of turfwinning en werden opgehoogde wegen opgericht als bescherming tegen overstromingen. In de vroege middeleeuwen ontstonden op een vergelijkbare manier nederzettingen op terpen op de schor en langs de geulen. Vanuit die nederzettingen werden ringdijken aangelegd om de nabije omgeving te beschermen en intensiever te ontginnen. Daardoor ontstonden de eerste polders. 

Natuurreservaat Het Zwin (gemaakt door Marcelle Davidse)

Sincfal

Door de verzanding van de Blankenbergegeul en later de Oostkerkegeul werd minstens één kanaal (gedeeltelijk in een kreek) aangelegd tussen de Sincfal en het vroegmiddeleeuwse Brugge: het Oud Zwin. Dat versterkte onbedoeld ook de verlanding van het buitendijkse gebied, waaronder de kanaalverbinding tussen Brugge en de Sincfal. 

Damse Vaart (gemaakt door David Samyn)

Het Zwin

In 1134 n.Chr. schuurde een sterke stormvloed een oude zeearm van de Sincfal opnieuw uit. Ook dankzij het Zwin groeide Brugge uit tot een internationale havenstad. De natuurlijke opslibbing van de schor langs het Zwin en de latere inpoldering zorgden voor versnelde natuurlijke verzanding waardoor schepen meer moeite kregen om Brugge te bereiken. De mindere bevaarbaarheid van de Zwingeul versterkte de ontwikkeling van voorhavens. In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd Damme voorzien van bastions en in de Spaanse Successieoorlog werd het fort van Beieren versterkt. Altijd vormde de Zwinmonding een deel van de frontlinie. Ook onderwaterzetting was een oorlogstactiek. In de zeventiende en achttiende eeuw n.Chr. werd het overstroomde gebied opnieuw ingepolderd in grote, rechthoekige percelen met rechtlijnige dijken, geschikt voor intensievere landbouw. De Damse Vaart werd gedeeltelijk aangelegd op de oude bedding van het Zwin met dwars daarop het Leopoldkanaal. De huidige perceelvormen, van grillig tot rechtlijnig, reflecteren de inpolderinghistoriek van weleer. 

Bezoek via: Graaf Léon Lippensdreef 8, B-8300 Knokke-Heist