Barbierbeekvallei

De Barbierbeek is een lange waterloop in het stroomgebied van de Schelde en is de grootste beek van het Waasland. Tussen 32 en 30 miljoen jaar geleden was de zee diep en werd er klei afgezet. Het resultaat is de Formatie van Boom: een pakket klei met een patroon van horizontale licht- en donkergrijze banden. Terwijl er in het Noordzeebekken sedimentatie was, vormde platentektoniek in Zuid-Europa verschillende bergketens. Door de opheffing van het land in het zuiden, daalde de aardkorst in het noorden en kwam de Formatie van Boom terecht in een naar het noordoosten hellende positie. Ten zuiden van de lijn Waasmunster – Temse – Rupelmonde stond de laag bloot aan erosie. De stevige klei van de formatie van Boom was beter bestand tegen erosie dan de onderliggende en bovenliggende zandlagen. Daardoor kon de Vlaamse Vallei zich diep insnijden in het zand, maar niet in de Boomse klei. Het resultaat is een cuesta. 

51.145567916014, 4.3404876

Elevation map of the Barbierbeek Valley, with indication of the toponyms, landscape units and hydrographic elements mentioned in the text.

Meanderende beek

Vermoedelijk werd de vallei al gevormd in het laatglaciaal, tussen 15.000 en 12.000 jaar geleden, door een voorloper van de Barbierbeek. In elk geval werd de Barbierbeek in de laatste paar duizend jaar een belangrijker waterloop: het grondwaterpeil steeg in het holoceen en de waterafvoer nam toe. De slechte doorlaatbaarheid van de kleilaag van de Formatie van Boom versterkte dat effect. Door de toenemende ontbossing in het laatholoceen stond de bodem in het stroomgebied meer bloot aan erosie en nam de sedimentlading van de beek toe. Dat leidde tot heel actieve sedimentatie- en erosieprocessen in de Barbierbeekvallei: er ontstonden meanders. 

Uitzicht op geosite Barbierbeekvallei (gemaakt door Walter Jonkers)

Vorming van de bolle akkers

Door de arme, natte zandbodem waren de landschappen op de Wase cuesta tot in de middeleeuwen niet geschikt voor intensieve landbouw. Vanaf de late vijftiende eeuw ontstond in de streek rond de Barbierbeekvallei het gebruik om rond blokvormige percelen diepe grachten aan te leggen om de drainage en afvloeiing te verbeteren. De uitgegraven leemhoudende en kalkrijke grond kwam op de akkers terecht en dat verbeterde de bodemvruchtbaarheid. Daardoor kwam de akkerbodem hoger en droger te liggen dan de randen van het perceel. Vandaar de bolle akkers. Vergelijkbare technieken werden ook elders in Vlaanderen toegepast, maar toch was die bolvorm het meest uitgesproken en symmetrisch op de Wase cuestarug. Het bolle akkerlandschap bleef tot vandaag grotendeels bewaard. 

Bezoek via: 2620 Hemiksem