Eind weichselglaciaal
De vorming van de dekzandrug Maldegem-Stekene en de Moervaartdepressie op het einde van het weichselglaciaal heeft te maken met een omkering in de stroomrichting van de Schelde van de Vlaamse Vallei naar het doorbraakdal van Hoboken. In eindfase van het weichselglaciaal vormde de wind een aaneengesloten reeks parallelle zandruggen met westzuidwest-oostnoordoostoriëntatie door de bestaande zandvlakte te herwerken. Tussen de cuesta van het Meetjesland en de Wase cuesta vormde een grotere, aaneengesloten zandrug een natuurlijke dam over de grotendeels opgevulde Vlaamse Vallei. Dat blokkeerde de noordwaartse afwatering en er ontstonden verschillende, ondiepe meren langs de steile zuidflanken van de zandrug. De Moervaartdepressie is een overblijfsel van het omvangrijkste en best onderzochte van die meren.