Ontstaan van het landschap
De Meester Van der Heijdengroeve ligt ongeveer op het hoogste punt van Nieuw-Namen. De belangrijkste in de groeve zichtbare afzettingen zijn schelphoudend zand dat in Nederland Formatie van Oosterhout (plioceen) heet en in België Formatie van Lillo. Opvallend element in de groeve is het roestbruine zand bovenin en het geel gelaagde zand onderin, met daarin harde ijzerzandsteenbanken die uit de wand steken. De twee zandlagen worden gescheiden door een dikke laag door kalk aaneengeklitte schelpfragmenten (schelpenbreccie). Er is dus een duidelijke tweedeling: onderin zand dat afgezet werd in het warme plioceen, daarboven dekzand dat de wind in de ijstijd over het landschap blies. Tussen die twee zit een groot hiaat van zo’n drie miljoen jaar.