Het ontstaan van het landschap
De voorloper van de huidige Oosterschelde ontstond tussen 7400 en 6300 jaar geleden. Het was toen een belangrijke getijdengeul die contact maakte met de Schelde bij de Brabantse Wal. Rond 3800 jaar geleden ontstond een opening in de strandwal die het achterliggende zoetwatermoerasgebied beschermde tegen inbraken vanuit de zee. Die opening was de monding van de Schelde. Eeuwen later werd die Scheldemond weer dieper en breder uitgeschuurd en veranderde de hele kustvlakte opnieuw in een groot getijdengebied.
Tussen 700 en 800 n.Chr. maakte een van die getijdengeulen verbinding met de toenmalige Schelde op de plaats van de huidige Westerschelde. Vanaf de zestiende eeuw werd de Westerschelde de hoofverbinding van de Schelde met de zee. Daarin speelden verschillende stormvloeden een rol omdat veel dorpen en de stad Reimerswaal overstroomden. Daardoor ontstond in dat gebied een veel bredere verbinding tussen de Oosterschelde en de Westerschelde. Dat veroorzaakte grote veranderingen in de getijdenstromingen en een bredere en diepere monding van het estuarium. Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd de invloed van de mens groter.